Domstad Jongstrijkorkest In De Domtoren

“Wat een zware klim”, roept een van de orkestleden die meer dan twintig treden beklommen heeft. “Ja, straks moeten we er veel meer omhoog”, roept de ander. Een voor een druppelen de orkestleden met hun ouders binnen. Ze rennen meteen de eerstvolgende deur binnen waar een vrouw met een rood shirt staat. “Zij weet vast waar je moet zijn!”, roept een van de ouders. 

Zo snel als de kinderen kunnen, pakken zij hun instrument en muziek uit. Daarna moeten ze rustig een hele steile trap op naar het kapelletje; De Michaëlskapel. Een oud gebouwtje in De Domtoren met een rustige uitstraling, donkerbruine wanden en een zeer hoog plafond. Aan de rechterkant worden al stoelen klaargezet door de dirigente en haar orkestouders. Iedereen zit heerlijk knus bij elkaar op hun stoel en spelen in. Wat een gekakel al die kinderen spelend op hun instrument. 

Je ziet de kinderen aandachtig om hun heen kijken, net zoals de ouders die mee zijn om te helpen. “Ik voel me een klein kind”, kijkt een van de ouders de ogen uit haar lijf. Nog nooit was zij in De Domtoren geweest, maar al wel heel vaak onder door gefietst. De kinderen worden bij hun aandacht geroepen door de dirigente. 

Als je de klanken hoort van de muziek, dringt alles tot in het diepste bot van je lijf door. Zowel de harde als zachte klanken. Al helemaal als je in een kapelletje dat een hoog plafond heeft muziek maakt. Maar ook achterin de zaal hoor je alles wat het orkest speelt. Dan heeft het orkest een paar minuten pauze. De kinderen blijven wel op hun plek zitten. 

Langzaamaan druppelt het publiek binnen. Ook van het publiek hoor je dat je zoveel trappen moet oplopen. De zaal zit van links naar recht tot aan achteren helemaal vol. Van jong tot oud. Geboeid kijken mensen naar boven, om zich heen, en kletsen met elkaar voordat het concert begint. Menigeen vindt het een prachtig gebouw. 

Dan hoor je zacht geluid. Het zijn de klokken van De Domtoren helemaal bovenin. Nog even geduld voor de kinderen hun instrument onder de kin zetten of tussen de benen om te spelen. Na de laatste klanken van de klokken zet de dirigente in. Een niet al te snel stuk, maar ook niet al te langzaam. Afwisselend muziek, van orkest tot ensemble spel. Zo laten de kinderen zien wat ze allemaal kunnen en wat ze geleerd hebben in een jaar muziek maken met elkaar.  

Na een halfuurtje zijn de kinderen klaar met het concert. Ze krijgen lang en luid applaus van het publiek. De kinderen hebben allemaal zo hun best gedaan om iedereen een geweldige ochtend te bezorgen. Het orkest krijgt een lach van het publiek toegespeeld. Zo blij is het publiek. 

Iedereen kijkt om zich heen. “Waar moeten we nu heen”, vraagt een van de orkestleden aan de hulpouders met een rood shirt aan. “Je mag je instrument inpakken en dan verzamelen in de instrumenten-kamer. Daarna gaan we De Domtoren beklimmen”, zegt de mevrouw met het rode shirt aan. In de uitpakzaal wachten de ouders met hun kind geduldig af tot ze een seintje krijgen om naar boven te gaan. De kinderen kunnen niet wachten en de spanning stijgt.

En toen was daar het moment. Onze gids komt tevoorschijn. Iedereen is muisstil en de spanning stijgt nog meer. We krijgen een paar instructies. De kinderen kunnen echt niet wachten. We lopen als snel de trappen omhoog, weer naar de kapel. Daar vertelt de gids ons iets over De Domtoren; wanneer deze is gebouwd en wat de functie was van De Domtoren. 

In De Michaëlskapel kun je naar boven kijken; een andere dimensie van een toren zien. Het is er erg hoog. Het lijkt of er geen einde aan komt, tot in de hemel. Dat zijn de andere lagen van De Domtoren. We krijgen bij elke laag uitleg over de ruimte en waar die bedoeld voor was toen De Domtoren in gebruik was. 

Na ongeveer 400 traptreden te hebben beklommen, kom je helemaal bovenin De Domtoren. Dan – op de bovenste laag van de toren – zie je hoe Utrecht eruitziet. Een lekker briesje komt over je heen. Wat een adembenemend gevoel van rust, zachtheid van de stad met alle emoties die erbij komen kijken. Ver, maar toch dichtbij.